maandag 7 december 2009

Toni en de bobcat

Hallo daar! Alles wel? Ik lig ondertussen voor Brindisi waar het laden gestaag
vordert. Het enige puntje van aandacht is dat de arm van de laad kraan te kort is om de vliegas in het midden van het schip te laden. Het komt niet verder dan bakboord, dus na een paar happen lag de Metsa op een oor.
Gister was er met pijn en moeite een baby bobcat geregeld die in het ruim de enorme hoop uit zou rijden naar de SB kant. Dat werd een toneelstukje. Een klucht met bobcats die niet tegen het heuveltje opkomen en achteruit tegen de wand van het ruim vallen. Enfin, gister duurde het tot diep in de nacht om de eigenwijsheid van de Italianen te corrigeren. Vandaag begonnen ze weer vroeg en begon het hele feestje weer op nieuw. Bobcat stond ongebruikt in ruim twee terwijl de kraan weer alles op een hoop aan BB gooide. Daarna gingen ze naar ruim 1 om een andere
Grade vliegas te laden (ook grijze meuk, ik zie geen verschil, waarschijnlijk een ander merk vlieg) maar het bobcatje stond nog steeds stil in ruim 2 en langzaam zakte we weer op het BBs oor. Eigenwijze Italianen. Ik naar de tallyman om te vragen of ze de bobcat even in ruim 1 konden zetten. Moeilijk, moeilijk, bel, bel, bel. Even later stonden er twee Italianen op het luik intelligent in het ruim te kijken en druk handgebarend te praten. Bleek dat er een gewoon engels sprak. Hij
zou een grote kraan regelen om de bobcat in ruim 1 te zetten en in de tussentijd zou dat andere italiaantje even ruim 2 recht trekken. In afwachting van de grote kraan nog even met de engels sprekende Italiaan staan ouwenhoeren en vervolgens *toen zij zag dat het goed was* (dat ben ik dus!) weer gaan ballasten. Daarna heb ik braaf de wacht overgedragen aan de tweede stuurman en ben ik lekker gaan eten.
Ik zat nog maar een uurtje in de messroom toen er een matroos met een briefje aankwam met het telefoon nummer van ene Ton (niet toni). Met de boodschap dat ik hem kon bellen en dat hij me dan mee uit zou nemen. Jurre en de meester meteen geinen dat de matrozen me verhuurd hadden. Ik stak het briefje in mijn zak en ging nog even naar mijn hut.
Voor ik het wist was ik in diepe slaap gedommeld en miste ik volledig het eten. De meester en Jurre hadden de kapitein en stuurman wijs gemaakt dat ik inderdaad de wal op was met ene Toni en dat de matrozen mij aan hem verhuurd hadden. Om half 7 werd ik gebeld en schrik ik wakker. Tegen die tijd was het hele schip al in de ban van de roddel, terwijl ik net met lodderige oogjes mijn hutje uit kwam rollen.
Morgenavond zijn we hier klaar. Dan komen we richting Rotterdam.
Kussen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten